-
1 bolt down food
bolt down food -
2 bolt
adv. plotseling; helemaal--------n. grendel; bout; schroef; lichtflits; pijl; rol met stof--------v. aanschroeven; vergrendelen; sluiten; op slot doen; snel doorslikkenbolt1[ boolt] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 bliksemstraal/flits♦voorbeelden:————————bolt22 (plotseling/verschrikt) op(zij)/wegspringen3 doorschieten ⇒ (vroegtijdig/te vroeg) in het zaad schieten4 met bouten bevestigd zitten/zijnII 〈 overgankelijk werkwoord〉4 〈Amerikaans-Engels; informeel; politiek〉 treden uit 〈 eigen partij〉 ⇒ weigeren te steunen, zich afscheiden van♦voorbeelden:bolt someone out • iemand buitensluiten————————bolt3〈 bijwoord〉1 recht♦voorbeelden: -
3 gulped his food
zijn eten opschrokken -
4 wolf
n. wolf; wreed iemand; iemand die achter vrouwen aanzit; ongestemde toon (muziek)--------v. opschrokken; wolfwolf1[ woelf] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: wolves; in betekenis 0.1 ook wolf〉1 wolf♦voorbeelden:wolf in sheep's clothing • wolf in schaapsklerencry wolf (too often) • (te vaak) (lichtvaardig) loos alarm slaan→ lone lone/————————wolf2〈 werkwoord〉
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский